LEZING IN WETENSCHAPSCAFE - BAR BLINK, ROTTERDAM, 27-03-2023.
Onder het genot van een drankje
en voor sommige toehoorders óók een hapje, genoten we vanavond in Bar Blink van de voordracht van Robert Kraaij. De toegang was gratis; je betaalde alleen je consumptie(s).
Robert is bioloog
en werkt bij het Erasmus MC bij het Laboratorium voor Populatie Genomics. Hij doet onderzoek naar het verband tussen bacteriën en het ontstaan van depressies bij mensen.
In de darmen van iedereen leven biljoenen bacteriën. Door die super gigantische hoeveelheid kan je stellen dat die hoeveelheid bacteriën op zichzelf eigenlijk al een 'orgaan' is. Heel veel bacteriën zijn goedaardig en helpen het lichaam gezond te zijn. Maar sommige bacteriën zijn kwaadaardig en maken het lichaam ziek. Behalve bacteriën leven ook schimmles, gisten en andere beestjes in ieders darmen.
Onderzoek heeft aangetoond dat er verbanden zijn tussen twaalf goepen darmbacteriën en het ontstaan van depressieve gevoelens. In een gezond darmstelsel is het leefklimaat, met al die massa's krioelende bacteriën, onrustig. En hoe 'rustiger' het leefklimaat in de darm is, hoe meer depressieve gevoelens kunnen optreden.
Het rustige leefklimaat in de darmen is dus ongunstig voor het ontstaan an depressieve gevoelens. Juist door die rust in de darmen kan een aantal van de twaalf groepen bacteriën stoffen (neurotransmitters zoals glutasmaat, butyraat, serotonine, gammo aminoboterzuur) afscheiden. Die stoffen gaan via de bloedbaan naar de hersenen en veroorzaken op die manier de depressieve gevoelens.
Door het onderzoek willen ze aantonen dat het oorzakelijk verband tussen bacteriën en depressieve gevoelens ECHT bestaat. Het is al zo goed als zeker dat de eerste stappen in het onderzoek de vermoedens van dat verband bevestigen. In het onderzoek wordt uiteraard ook gekeken hoe het zit met DNA. Wat die DNA betreft: dat krijgt iedereen bij zijn geboorte mee van zijn ouders; dat staat vast. Het DNA verandert niet tijdens het leven. Maar de darmflora, zoals de hoeveelheid bacteriën + de aard van die bacteriën, kan heel erg verschillen gedurende het leven. Als je anders gaat eten, verandert je darmflora en dat heeft invloed op het bestaan van de bacteriën (aantal en aard); inwoners met een bepaalde culturele achtergrond hebben een heel andere darmflora dan inwonders met een andere culturele achtergrond.
In Rotterdam zijn twee onderzoeken geweest. Een onderzoek omvatte een grote groep volwassenen en een ander onderzoek omvatte een grote groep kinderen. Juist in de groep volwassenen was het verband aangetoond tussen bacteriën en depressieve gevoelens.
Het onderzoek is herhaald in Amsterdam en dat gaf een aantal overeenkomsten.
Er is nog veel onduidelijkheid WELKE bacteriën precies die depressieve gevoelens triggeren.
Zodra die bacteriën gevonden zijn, kunnen depressies worden behandeld - wellicht met antibiotica of met probiotica.
Het onderzoek wordt dus vervolgd, maar Robert Kraaij heeft ons op dit moment even bijgepraat over de stand van zaken!
Tot de volgende keer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten