BESLOTEN VRIENDENREPETIE ROTTERDAMS PHILHARMONISCH ORKEST, 23/2/23.
In concertgebouw de Doelen in Rotterdam konden de leden van de Vereniging Vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest vanmorgen de repetitie bijwonen van Hertog Blauwbaards Burcht van de Hongaarse componist Belá Bartók. En ik was erbij!
Leden van het bestuur van de Vrienden van het orkest onthaalden ons in de lange gang met de grote kroonluchters op een heerlijk kopje koffie met lekkere koekjes erbij.
Om half elf ging de zaal open. We kwamen langs het mooie beeldje van Eduard Flipse - Flipse was van 1926 tot 1962 dirigent van het RphO en heeft het orkest 'groot' gemaakt. Nu staat Lahav Shani op de bok.
De orkestleden zaten al op hun plaats toen we binnenkwamen.
Om de musici niet te veel uit hun concentratie te halen werd ons verzocht om plaats te nemen in het parterre vak. Al vind ik leuk om langs de zijkant of op de orgelring te zitten, de parterre biedt de beste plaatsen; je ziet de solisten goed.
Tijdens de repetitie werd een bijzondere compositie ten gehore gebracht: Hertog Blauwbaards Burcht, van de Hongaarse componist Béla Bartók. Het is de enige opera die Bartok schreef. Zijn vriend, Béla Balázs, schreef het libretto. Het werk ontstond in 1911 en ging in 1918 in première in Boedapest. Het is een éénakter met twee hoofdpersonen, Blauwbaard en zijn vrouw Judith. Ze zijn pas getrouwd. Ze wonen in het kasteel van Blauwbaard en het kasteel heeft zeven geheime kamers. Die kamers zijn ontoegankelijk voor Judith, omdat de deuren op slot zitten. Maar ze is nieuwsgierig en vraagt voortdurend aan haar man om ze te openen. Na lang aarzelen opent Blauwbaard één voor één de deuren. Judith ontdekt dus langzamerhand het geheimzinnige kasteel - iedere keer ziet ze een ander licht in het nieuw geopende vertrek, en vaak ook het rood van bloed. En dan staat ze voor het zevende dichte vertrek. Haar man aarzelt opnieuw op het vertrek te openen. Waarom toch? Zou hij iets hebben met andere vrouwen? Uiteindelijk bezwijkt Blauwbaard voor de eis van zijn vrouw om óók de deur van dit zevende vertrek te openen. Het blijkt dat er vier vrouwen in dit vertrek zijn, maar het zijn de overleden vrouwen van Blauwbaard. Judith keert met de andere vrouwen terug naar de ruimte die achter hen sluit. Daarop zien we Blauwbaard de andere kant oplopen, het donkere kasteel in. "Vanaf nu zal er enkel duisternis zijn", is het laatste wat hij mompelt voordat hij verdwijnt.
Een sombere, eposachtige compositie dus met veel symboliek (zoals het getal 7) en Freudiaanse motieven (de geheime kamers waarin uiteindelijk de overleden echtgenotes van Blauwbaard tevoorschijn komen als symboliek van Blauwbaard die het overlijden van zijn echtgenotes niet kan verwerken).
Bartók heeft het werk ingezonden voor een wedstrijd voor jonge componisten, maar de jury heeft het werk uitgesloten van deelname, omdat het een éénakter betrof met slechts twee rollen. De jury vond dit te weinig substantieel voor een drama.
De componist heeft de muziek opgedragen aan zijn vrouw.
Ik heb ademloos zitten luisteren! De muziek kent veel heftige passages die prachtig de liefde tussen Blauwbaard en Judith ten gehore brengen, alsmede ook de ontdekking van Judith als ze achter de geheimzinnige kamers komt.
De musici van het orkest speelden mooi en er hoefde niet eens zo veel meer gerepeteerd te worden. Soms moest er even een stukje over, maar er was waarschijnlijk al veel voorwerk gedaan.
Dirigent was Lahav Shani, Johannes Martin Kränzle (Bariton) als Blauwbaard en Claudia Mahnke (mezzo sopraan) als Judith.
Na afloop ben ik nog even een heerlijk broodje pom gaan eten in china town vlakbij de Doelen.
Tot de volgende keer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten